Mark Rietmeijer
Beeldhouwer, Steenhouwer, Filosofie, Kunstgeschiedenis
Mark Rietmeijer: beeldhouwer, steenhouwer en filosoof. Kunstgeschiedenis, filosofie

Publicaties Kunstgeschiedenis

Dialoog met het materiaal

In de buurt van het centrum van Den Haag, in het Zeeheldenkwartier, bevindt zich het atelier van beeldhouwer / steenhouwer Mark Rietmeijer ('48). Het is ruim en natuurlijk is de atmosfeer doortrokken van stofdeeltjes die onlosmakelijk zijn verbondenmet het bewerken van steen en marmer. Daardoor valt meteen de overdadige lichtval op, die de aanwezige sculpturen ieder hun eigen Mark Rietmeijer: beeldhouwer, steenhouwer en filosoof. Kunstgeschiedenis, filosofieaanvullende identiteit en glans geven. Gereedschap, zoals beitels, hamers, slijp- en polijstapparatuur, vormen een aanvulling op de chaos. Maar het is juist deze complete chaos vanwaaruit sublieme orde ontstaat. Een oude doffe saxofoon staat in een hoek, totaal overdekt met stof, als een stille getuige van de welhaast muzikale harmonie die Rietmeijer weet te creëren tussen gedachte, vorm en materie.

Mark Rietmeijer
Mark Rietmeijer is al meer dan twintig jaar actief als beeldbouwer, steenhouwer. Zijn achtergrond is overigens meer een technische dan een kunstzinnige. Na zijn opleiding aan de HTS voor Weg- en Waterbouwkunde en een aanvullende cursus Betonconstructie was hij gedurende een aantal jaren werkzaam op bouwkundige adviesbureaus en in de offshore. Maar na een paar jaar kon hij niet langer om zijn roeping heen. Hij kon zijn draai niet vinden in het puur technische klimaat en begon zijn artistieke grenzen te verkennen. Ondertussen had hij een begin gemaakt met bet lezen van boeken over filosofie en het volgen van hoorcolleges aan de Leidse faculteit voor wijsbegeerte. Ook volgde hij gedurende anderhalf jaar een avondopleiding aan de Haagse sociale academie en hield hij zich bezig met stem, gitaar, percussie en saxofoon. In '77 tenslotte huurde Rietmeijer een atelier aan de Roggeveenstraat te Den Haag. In dit voormalige atelier van beeldhouwer George Graff begon hij met beeldhouwen. Sindsdien is er een duidelijke progressie in zijn werk waar te nemen. Hij begon met het bestuderen van oervormen middels het kleien van torso's, maar raakte na een jaar of drie, omstreeks 1980, gefascineerd door het 'stapelen' van elementen in de ruimte. Dit heeft uiterst fraaie schelp-, vogel- en cactusachtige vormen uit granito opgeleverd. Een aantal van de werken uit deze periode is aangekocht door de gemeente Den Haag. De bewerkelijkheid van het materiaal (granito is middels cement aan elkaar gelijmde splinters natuursteen) en vooral de uitstraling ervan waren echter bij lange na niet gelijk aan die van marmer. Dat ontdekte Rietmeijer in 1984 als bij toeval, doordat hij onder de grond van de tuin van zijn atelier op een stuk marmer stuitte. Dat was daar waarschijnlijk door de voormalige eigenaar begraven. "Het eerste, voorzichtige hakken in dat voor mij tot dan toe onbekende materiaal was als bet thuiskomen na lange omzwervingen", zegt hij. Tezelfdertijd ontdekte Rietmeijer het erfgoed van de taalfilosofen van deze eeuw. De Saussure, Wittgenstein, Heidegger, Jakobson, Barthes, Lacan en Kristeva zijn enkele van de (taal-)filosofen van en over wie hij las. Die kennis en inspiratie, in combinatie met bet begin van het beeldhouwen in marmer, legde de basis voor twee belangrijke nieuwe perioden in zijn werk.

Atalanta Fugiens van Mark Rietmeijer: beeldhouwer, steenhouwer en filosoof. Kunstgeschiedenis, filosofieAtalanta Fugiens
De basis voor de periode '88-'92, waarin de alchemie Rietmeijer's voornaamste inspiratiebron was, vond hij in een boek van Michael Maier uit het begin van de 17de eeuw. Hij had dat boek meegenomen tijdens een vakantie naar Terschelling en werd al lezende gegrepen door de inspiratie en de werkwijzen van de oude alchemisten. Het ideaal van de alchemie, de voorloper van onze moderne, wetenschappelijke natuur- en scheikunde, was naast het zoeken naar het geheim van de eeuwige jeugd het omzetten van onedele in edele metalen - het spreekwoordelijke veranderen van lood in goud. Met onze hedendaagse wetenschappelijk kennis weten we dat hun ambities onhaalbaar waren. Maar honderden jaren geleden had men geen enkele reden om aan te nemen dat de materie geen verandering kon ondergaan. Het veranderen van lood in goud was slechts een kwestie van tijd en magie. De alchemisten gebruikten beeldspraak om de vorderingen, het succes of het falen van hun experimenten in woorden uit te drukken. Rietmeijer's werk 'Atalanta Fugiens' ('88) is dan ook een symbool van alchemistische beeldspraak. 'Atalanta Fugiens' was de term waarmee de oude alchemisten het ontsnappen van witte rook uit hun smeltoven tijdens een fase van het proces onder woorden brachten. Vertaald uit het Latijn betekent het 'de vlinder vlucht', waarmee de witte, opstijgende rook werd vergeleken met een ontsnappende vlinder. Het 'geplooide' witte marmer van het werk Atalanta Fugiens, de vlinder, in combinatie met het donkergrijze lood dat door het marmer is heen gevlochten, geeft het verlangen aan van de alchemist om beweging en vooruitgang te creëren uit twee verschillende materialen. Het werk 'Desire' is zelfs vernoemd naar dit verlangen en bestaat ook uit een combinatie van marmer en lood. Die combinatie herbergt een tweede symboliek in zich, een puur taalfilosofische, waartoe Rietmeijer zich al lezend en studerend liet inspireren. Lood en taal hebben een identiek karakter. Beide laten zich in het begin uiterst gemakkelijk buigen, plooien en vervormen. Maar naarmate je meer en meer verandert en plooit geraken beide materialen stijf en onbuigzaam. Op dat moment is de uiteindelijke, definitieve vorm ontstaan. De onbuigzaamheid van de uitgeplooide taal in de vorm van het lood (de objectieve, woordelijke betekenis) is definitief vervlochten geraakt met de subjectieve betekenis (het witte marmer dat de metafoor symboliseert). Deze bijna automatische vergelijking van materiaal en taal speelt een steeds prominentere tol in leven en werk van Rietmeijer.


De kracht van de metafoor

De toenemende interesse van Rietmeijer in de wijsgerige esthetica en vooral de (taal-)filosofie komt steeds meer tot uitdrukking als inspiratiebron voor een aantal van zijn latere sculpturen. Het overbruggen van het spanningsveld tussen taal en beeld blijkt jarenlang zijn voornaamste drijfveer. De metafoor, d.i. de belangrijkste retorische ofwel redekunstige figuur in onze taal, speelt een belangrijke rol in het proces van de vorming van zijn sculpturen. Alleen beeldspraak geeft de objectieve zijde van zowel taal, dans en muziek als beeldende kunst hun subjectieve waarden. Rietmeijer verduidelijkt zijn visie met enkele voorbeelden. "Als we ons in ons spreken uitdrukken over wat er zo allemaal onzichtbaar in ons leeft dan beroepen we ons louter en alleen op concrete, zintuiglijk waarneembare zaken uit de wereld om ons heen. We voelen ons 'de koning te rijk', zo 'vrij als een vogel', 'uitgelaten als een jonge hond' of 'zitten met de handen in het haar', we 'vegen een gedachte van tafel', we zien slechts 'het topje van de ijsberg', we dienen 'de broekriem aan te halen', we 'gaan voor iets', kortom: de beeldspraak in onze taal is een belangrijke figuur om uiting te geven aan onze gevoelens en gedachten. En de metafoor is de retorische figuur bij uitstek die we in onze taal gebruiken om onze gesprekspartner te overtuigen van de diepere betekenis van datgene wat we zeggen", legt hij uit.


Taalfilosofie in beeld
De taal, altijd op zoek naar betekenissen door middel van beeldspraak, grijpt naar de materie, naar stoffelijke beelden om betekenissen voort te brengen in de luisteraar. In het werk van Rietmeijer draait het om de controverse tussen de betekenis en de toegevoegde betekenis. Taal en sculptuur hebben gemeen dat beide geen vaststaande betekenis kunnen overbrengen. Zoals de betekenis van een woord ontstaat uit het verband met andere woorden, zo krijgt ook een sculptuur al naar gelang de omgeving wisselende betekenissen. Sterker nog: de betekenissen van het beeld worden door omstandigheden en toeschouwer voor even gefixeerd. De in de taal ingebouwde overtuigingskracht geldt dan ook voor de beeldende kunst; een goed beeld is goed omdat het overtuigt. Daarmee komt het proces voor zowel taal als beeldhouwen aan op het opzoeken van overtuigende momenten in de bewering. "Ook over mijn eigen werk kan ik niet anders dan metaforisch spreken. Beeldhouwen is voor mij het pendelen over een grens; grensarbeid die plaatsvindt in een overgangsgebied tussen het nog niet en het al wel zichtbare." Net zoals de gedachte, het onuitgesprokene in de taal in de duisternis blijft, zo blijft ook de materie waarvan Rietmeijer de uiteindelijke vorm nog niet heeft bepaald onzichtbaar. Tijdens het gehele proces van het uithakken van de vorm overweegt en verschuift hij in de meest feitelijke zin de grens tussen het beeld en de ruimte eromheen, tot de voor hem meest natuurlijke lichtinval en reflectie ontstaat. Rietmeijer: "Nogmaals: beeldhouwen is voor mij het pendelen over de grens tussen taal en beeld; ik werk, doe een stap terug, staar, denk, nieuwe woorden vormen zich in mijn geest, wat ik tot dusver maakte gaat spreken en er ontstaat een tekst die zich pas na een omgekeerd metaforisatieproces weer in materie, in nieuwe ingrepen en vormen laat terugvertalen."


MoveMove van Mark Rietmeijer: beeldhouwer, steenhouwer en filosoof. Kunstgeschiedenis, filosofie
De opvallende verschijning van Rietmeijer zelf completeert het unieke geheel van materialen, werktuigen, stof en sculpturen in zijn atelier. Zeker als hij naast de sculptuur waar hij op dit moment mee bezig is een kruis slaat. De motivatie daarvoor is waarschijnlijk meer bijgelovig dan religieus, want hij legt uit dat hij vandaag moet 'dunhakken'. Dat is het uithakken van een vloeiende vorm van tweeëneenhalf tot drie centimeter dik uit een solide brok steen. Op deze techniek legde Rietmeijer zich vanaf '91 toe. Het vergt veel oefening, concentratie en vooral geduld. "Voor dit werk moet je geen haast meer hebben. Als je te gehaast en te onzorgvuldig te werk gaat, kan het mis gaan. De steen kan breken, waardoor de totale vorm van de sculptuur geruïneerd is. De beeldspraak klopt niet meer; de sculptuur wordt als een verhaal waarvan woorden ontbreken. Zodat de betekenis en samenhang uit hun verband worden gerukt", zegt hij fatalistisch. Het aanwenden van het dunhakken komt voort uit Rietmeijer's tegenwoordige, keramische visie op materiaal en vormgeving. De beelden worden bladdun, vloeiend en transparant. De dynamiek, de interactie van het beeld met licht en ruimte geven de recente sculpturen van Rietmeijer een ongekende levendigheid en beweging. In navolging van Brancusi oordeelt Rietmeijer dat het er niet om gaat een vogel uit te beelden, maar het vliegen, d.i. de beweging zelf. Tegelijkertijd komen autobiografische elementen naar voren. Een sprekend voorbeeld is bet werk 'Move' ('95). Het is een vloeiende, bijna organische vorm die lijkt te dansen in de ruimte. Alsof hij ieder moment door de wind opgepakt en meegevoerd zou kunnen worden. Een steel- en een bladvorm als resp. mannelijk en vrouwelijk vormelement, allebei onlosmakelijk verbonden met Rietmeijer's androgyne persoonlijkheid, doemen op uit een golfbeweging om de aanwezigheid van twee seksen in het leven en het karakter van eenieder te benadrukken. Die symboliek geeft 'Move' zeggingskracht. "Move is mijn meest autobiografische werk," zegt Rietmeijer, "het is een zicht- en tastbaar geworden resultaat van de spanningen die ik in mijn leven ervaar."

Dialoog met het materiaal
Dat symboliek in zijn visie overigens maar het beste zoveel mogelijk achterwege mag blijven hangt samen met Rietmeijer's manier van werken. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Michelangelo, de Italiaanse Renaissance-grootmeester, die zei dat zijn beelden in hun toekomstige vorm al bestonden (hij hakte alleen bet overtollige materiaal er omheen weg), gaat Rietmeijer de dialoog met het materiaal graag aan. Hij begint aan een sculptuur zonder plan; niet 'met voorbedachte rade', zoals hij zelf zegt. De uiteindelijke vorm ontstaat door de constante dialoog: het materiaal communiceert met de beeldhouwer zoals de beeldhouwer communiceert Tonque & Blade.   Mark Rietmeijer: beeldhouwer, steenhouwer en filosoof. Kunstgeschiedenis, filosofiemet het materiaal. Het uithakken van een vorm uit steen of marmer is een proces dat uitruimen en inrichten tegelijkertijd in zich herbergt. De uiteindelijke vorm van de sculptuur ontstaat op een organische manier, bijna automatisch. Geschuurd en gepolijst zijnhet uiterlijk en de vorm van het materiaal min of meer natuurlijk te noemen, alsof de vorm door de loop van duizenden jaren is uitgesleten door wind en/of water. Ook daarin ligt nog een vergelijking met de alchemie; bij het transformeren van materialen was naast magie 'tijd' één van de factoren die van invloed was op het veranderen van de ene materie in de andere. Het proces heeft tijd nodig om zich te voltrekken; de veranderingen in de oorspronkelijke vorm ontstaan gaandeweg. Datzelfde aspect voegt Rietmeijer, bijna als verlengstuk van de natuur, toe aan de materie waarmee hij werkt. Hij versnelt het natuurlijke vormingsproces, waarbij zowel de innerlijke elementen in het materiaal als de uiterlijke elementen, de bewerking door de beeldhouwer, van invloed zijn op het uiteindelijke resultaat. Intussen staan er werken van Rietmeijer in het Nederlandse Consulaat in New York ('Dancing with questions', '93) en in de hal van het Ministerie van Justitie in Den Haag ('Tongue and blade' '94). Sinds 1978 is het werk van Rietmeijer op tientallen exposities in binnen- en buitenland te zien geweest. Naast zijn activiteiten als beeldhouwer is hij sinds 1990 als docent beeldhouwen verbonden aan 'Het Koorenhuis' in Den Haag met cursussen in marmer, franse kalksteen, belgisch hardsteen, albast, serpentijn en speksteen en geeft hij gastlessen aan creatieve centra te Voorburg en Delft.

 

Mark Rietmeijer: beeldhouwer, steenhouwer en filosoof. Kunstgeschiedenis, filosofie
Mark Rietmeijer

Email





Sitemap