Mark Rietmeijer
Beeldhouwer, Steenhouwer, Filosofie, Kunstgeschiedenis
Mark Rietmeijer: beeldhouwer, steenhouwer en filosoof, kunstgeschiedenis

Publicaties Kunstgeschiedenis

De retorica van het kunstbedrijf

Mark Rietmeijer leest zich van het ene beeld naar het andere.

'Het is de wereld van de woorden die de wereld van de dingen schept.' Deze uitspraak van de filosoof Foucault is het credo van de beeldhouwer Mark Rietmeijer (1948). Beeldende kunst en taalfilosofie zijn voor hem nauw met elkaar verbonden. In een fel verlicht, stoffig atelier in Den Haag, waar de vloer bezaaid is met brokstukken marmer, noteerde Margreet den Buurman de gedachten van deze belezen kunstenaar.' Er gaan heel wat woorden vooraf aan de totstandkoming van mijn beelden.'

'Kunstenaars kunnen vandaag de dag geen twee planken tegen elkaar aanspijkeren zonder er door critici van te worden 'beticht', een standpunt in te nemen over beeldende kunst. En dat standpunt wordt door critici in tekst toegelicht. Natuurlijk is het zo dat een kunstenaar iets bedoelt, iets wil zeggen. Maar het grappige is dat kunstenaars het zelf dikwijls helemaal niet nodig vinden om tekst naast een werkstuk te leggen. Interviews leveren dan ook maar zelden iets op dat boven het niveau van de land- en tuinbouwberichten uitkomt, want het is in dat vacuüm dat de criticus zich onbeteugeld uitleeft. Ineens ontstaan samenhangen die er tevoren niet waren. Ik zou willen dat critici zich bewust waren van het materiaal dat ze gebruiken om verbanden te leggen: de taal. Critici zouden moeten inzien dat ze bij het schrijven retoriek bedrijven.'

'Tot voor drie jaar hield ik mij bezig met het onderzoeken van vormkwesties; ik schiep mijn eigen vormproblemen die ik vervolgens oploste. Vormelementen in de ruimte stapelen en bezien wat daar als totaalvorm uit ontstaat. Ik wilde eigenlijk gewoon mooie beelden maken en ik hoopte dat de mensen dat ook als zodanig zouden ervaren. Sinds mijn interesse in taalfilosofie is er veel veranderd: nu wil ik expliciet verleiden.'

'De retorica is door Aristoteles ontwikkeld als een techniek ter aanvulling van de al in hoog aanzien staande publieke redenaarskunst. Retorica heeft te maken met logica, de kunst van het overtuigen met talige middelen, met kunstgrepen. Ik ben gaan vermoeden dat de retorica op dezelfde manier functioneert in de beeldende kunst. In ieder geval is die hypothese de achtergrond voor mijn werk van de laatste twee jaar. Achterhalen hoe een tekst aan zijn betekenis komt, betekent niets anders dan haar overredingsmomenten aanwijzen. Ik denk dat in een schilderij of beeld dergelijke momenten evenzeer aanwijsbaar zijn.'

'Alchemistische teksten zitten vol verlangen naar rijkdom en eeuwig leven. Wat mij allereerst raakte in de alchemie was, dat die teksten zijn gesteld in termen van geboorte, vriendschap, huwelijk, lijden en dood. Proefnemingen die zonder
uitzondering tot doel hadden uit onedele materialen goud te fabriceren, de rijkdom en levenselixers te ontdekken die mensen Atalanta Fugiens van Mark Rietmeijer: beeldhouwer, steenhouwer en filosoof, kunstgeschiedenisonsterfelijk zouden maken. De alchemie inspireerde mij tot de beelden Atalanta Fugiens en De Alchimia (naar het boek van Michael Maier uit 1617). Het beeld Atalanta Fugiens gaat over het verlangen dat de alchemist koestert, maar dat tegelijkertijd als een 'vluchtende vlinder' aan zijn omhelzing probeert te ontsnappen. In dit beeld begon ik voor het eerst lood toe te passen, zesponds bladlood. Er is sprake van een hoofdvorm en een contravorm. De hoofdvorm is een marmeren draperie in de vorm van een dubbelgeklapte 'acht'. Deze De Alchimia van Mark Rietmeijer: beeldhouwer, steenhouwer en filosoof, kunstgeschiedenis marmeren vorm staat voor de alchemie zelf, het getal acht speelt in de getalsmystiek (de kabbala) een belangrijke rol. Het lood dat zich om en door het marmer beweegt staat voor het verlangen onedel materiaal te veranderen in goud. En wat nu voor mij een heel belangrijke associatie is geworden: ik begon de overeenkomsten te zien tussen lood en taal. Taal is ook een onedel, in het dagelijkse gebruik afgesleten materiaal. Niettemin kan het zich laten verheffen tot een gedicht!
Het beeld De Alchimia is opnieuw een marmeren draperie, die door de 'Stand und Spielbein'-positie de impasse van de alchemie tot uitdrukking brengt. Hier vormt het lood een omgording van de taille en hangt vanaf de schouder in flarden omlaag. Het verlangen is een last geworden, de taal is gerafeld en gescheurd.'

'Het boek Taal en Verlangen van A. Mooy, trok mij aan vanwege zijn titel, die appelleerde aan het lied van verlangen, dat mij in de alchemistische teksten zo had geraakt. Het werd mijn eerste kennismaking met Lacan, die een fundamentele rol toewijst aan de taal waarin de mens zijn verlangens en verwachtingen formuleert. Ja, dat boek was voor mij werkelijk een steen in de vijver, het spoorde me aan tot verder lezen: Freud, De Saussure, Derrida, Lacan, momenteel Ricoeur, straks Grouppe Mu uit Luik, maar dan gaat het wel over een leesproces van jaren, hoor.'

'Onderschat niet de ongelooflijke, dikwijls levenslange toewijding van zo'n alchemist aan de dagdromen die hij bij zijn oventje koesterde. Wat daar nu nog slechts van resteert is de tekst over dat verlangen. En wat op het niveau van de tekst gold voor de alchemie, is evenzeer geldig in ongeacht welke tekst, of die nu literatuur of wetenschap betreft. In iedere tekst is de retorica werkzaam als overredings- of overtuigingskracht. Als je verder gaat kijken - dat is wat Derrida doet - dan gaat het allemaal over verlangen, het verlangen naar die ene grote waarheid, naar iets dat de zin van het leven kan benoemen. Het verlangen dat we in taal met woorden formuleren en waarmee we een wereld scheppen'.

'De kunstcriticus spreekt in vergelijkingen, in metaforen, om datgene wat hij ziet voor zichzelf hanteerbaar en begrijpelijk te maken. Met taal legt hij verbanden en vervolgens legt een ander daar ook weer verbanden in - men wil duiden. Daarin zit het verlangen naar zingeving: waartoe dient ons verblijf hier op aarde? Maar het beste voorbeeld komt uit de reclame, bijvoorbeeld die van de Volkskrant. Je hebt vast wel eens die doos met houtboren of die sleutelring gezien, waaraan een kroontjespen is toegevoegd. Of die met die stekker, waaruit kroontjespennen steken in plaats van plus- en minpolen. Aan die reclame kan je een groot deel van wat Derrida doet verduidelijken. De belangrijkste retorische figuur is de metafoor en die wordt in deze reclames op een heel bijzondere manier uitgebuit. Hout- en metaalboren zijn bedoeld om diep in de betreffende materialen binnen te dringen en sleutels zijn ervoor om ontoegankelijke ruimten te ontsluiten. Door ze te tonen in combinatie met een kroontjespen worden volstrekt immateriële zaken als 'indringendheid', 'diepgang' en 'ontsluiting' middels associatie ofwel samennoeming op het zintuiglijk waarneembare vlak gebracht. Met andere woorden: het lezen van de Volkskrant zou onthullen wat anders verborgen bleef. Hierbij worden we direct aangesproken op ons verlangen: het verlangen om de waarheid te kennen, ons geloof in het woord'.

'Ik lees heel intens. Je zou kunnen zeggen dat ik mij van het ene beeld naar het andere lees. Taalfilosofie heeft op een heel directe manier van alles en nog wat met ons bestaan te maken. Maar elk verworven idee gaat wel door de molen van mijn bestaan. En kijk, daar heb je nou weer zo'n metafoor. Als een idee door de molen gaat dan zal dat wel grondig gebeuren, zo wil ik althans suggereren. Maar hoe grondig ik ben is een relatief gegeven: misschien volsta ik al daar waar een ander nog maanden werk ziet liggen'.

'Wat ik wil is de analogie zichtbaar maken tussen taal en beeldende kunst. Ik wil laten zien dat de manier waarop taal werkt en werelden schept ook van toepassing is op de beeldende kunst. Concreet betekent dit voor mij dat ik in een beeld materialen en vormen samenneem en bij elkaar zet op een manier waarop ik die vormen nog niet eerder zo heb samengezien. Louter door het feit van hun 'nabij-zijn', hun 'samen-zijn', gebeurt er iets.
Dat is onontkoombaar'.

Margreet den Buurman

Mark Rietmeijer: beeldhouwer, steenhouwer en filosoof, kunstgeschiedenis
Mark Rietmeijer
Slijkeinde 56
2513 VD Den Haag
T:
06-49873715
The Netherlands

Email

 

Sitemap