Mark Rietmeijer
Beeldhouwer, Steenhouwer, Filosofie, Kunstgeschiedenis
Mark Rietmeijer: beeldhouwer, steenhouwer en filosoof, kunstgeschiedenis

Het verhaal van de vlinder

Waar je al miljoenen jaren lang mee omgaat, daar wordt je op een keer door besmet, dat raakt je, dat beïnvloedt je, dat vormt je, dat kan nu eenmaal niet anders!

'The descent of man and selection in relation to sex' (Charles R. Darwin, 1871)


Vlinderbloem
Vlinderbloem (geschiedenis van een beeld)


Vlinders zoeken bloemen om zich middels hun nectar in leven te houden en bloemen hebben vlinders nodig om zich middels het in hun aanraking aangehechte en meegenomen stuifmeel voort te planten.
Vlinders lijken daarom op bloemen en andersom, al was het alleen maar qua contour. Maar ook in tal van andere opzichten is er dankzij Darwin een goed verklaarbare vormovereenkomst, zie zijn vele uiteenzettingen over fysieke mimicry ofwel vormnabootsing in relatie tot bestaan en overleving van de symbiotische levensvormen.

Begin

Medio januari 2007 in een warme kroeg. Vrienden evalueren en relativeren, als gewoonlijk, de respectievelijke bezigheden en passies van de afgelopen tijd.
Een belangrijk onderwerp was, in die betreffende week, de kort geleden geopende luxe bloemenzaak (naar een voorbeeld in de P.C. Hoofdstraat) met de dartele naam "Vlinder" door Michael Pas, een al jaren goede vriend van mij. Michael wilde de toch al chique uitstraling van zijn zaak een symbiose geven met een gebeeldhouwde vlinder, en polste mij daarover.

Volgende stap

Michael, ik, en nog wat vrienden staan medio maart van dit jaar voor de deur van zijn winkel vol tropische kleurenpracht met volle glazen witte wijn te proosten op en naar de deelnemers aan de CPC- loop, de elbekende Haagse halve marathon vanaf het centrum naar Scheveningen en weer terug, welke langs voornoemd etablissement acteerde.

Michael nam mij, na afloop en bij verrassing, mee naar zijn kantoor alwaar hij ook nog een diensverlenend bedrijf runt op de eerste etage.
Hij gaat achter zijn computer zitten en zoekt de site van een Beeldhouwwinkel, bekijkt alle natuursteensoorten die dat bedrijf aanlevert en kiest Bardiglio, een Italiaanse, antracietgrijze Carraramarmer met een nogal blauwige gloed erin.
(Ik weet niet wat ik meemaak op dat ogenblik).

Michael pakt vervolgens de telefoon en bestelt de steen met de gewenste afmetingen. De door de Beeldhouwwinkel toegezegde levertijd bedraagt twee tot zes weken. Michael geeft mij 800 Euro. Exact anderhalve maand later, het is in de eerste week van mei, sjouwt Raven een prachtig blok marmer van 50 x 50 x 75 cm. en 525 kg. mijn atelier binnen.

En de rest gaat "vanzelf" en is inmiddels historie

Ik zal Michael eeuwig dankbaar blijven dat hij mij weer aan het schone werk brengt, en waarin ik volkomen de vrije hand heb. En voordat ik precies op zeven mei - de geboortedag van mijn vader - voor het allereerst een beitel in dit materiaal zet neem ik me al weer voor wat ik me de laatste achttien jaar bij ieder nieuw beeld steeds opnieuw voorneem:

Ik wil zo graag het marmer zelf laten huppelen en dartelen en fladderen en golven en bewegen en zich laten plooien en vouwen, zodanig dat niet alleen de vorm maar ook de materie zelf in beweging komt!

Als ik dan klaar ben is aan de uitwendige maatvoering van de steen zo weinig mogelijk veranderd, het is in gewicht zodanig afgenomen dat ik het uiteindelijke beeld zelf kan tillen en het beeld oogt altijd weer groter dan de oorspronkelijke steen.

Begripsvorming van het voorgaande

In mijn eigen leven is het begrip 'vlinder' (metafoor voor het leven zélf) een mij van kind af aan door de natuur aangereikt gegeven met een onderhand volkomen vaststaande variatie in contouren, tekeningen, kleuringen en bewegingspatronen.
Ik noem het woord 'vlinder' en ik heb onmiddellijk een algemene vorm van 'de' vlinder voor ogen! En in louter formele termen gesproken heeft 'de' vlinder zich zelfs kunnen "ontpoppen" tot een pictogram van een vlinder, en
iederéén begrijpt en ziet het metéén… (zie het Vlinderlogo op de winkelruit van voornoemde bloemenzaak ).

Ziedaar de eerste grens die ik als kunstenaar allereerst moet verleggen.
Want het is helemaal niet waar dat alles allang bestaat, zoals Plato beweerde: de twee vlinders (het zijn er inmiddels twéé geworden) die ik nu uit steen ga hakken, schuren en polijsten hebben nog nooit eerder zo bestaan. Net zomin als elke vlinder die ik met eigen ogen in de vrije natuur om zijn en/of haar soortgenoot zie ronddartelen ooit eerder in tijd en ruimte zo heeft bestaan.

Ik wilde, om beter te kunnen uitdrukken waar bewegingspatronen als fladderen en dartelen over gaan van meet af aan graag twee vlinders maken en Michael ging daar direct en zonder morren mee akkoord.
Gezien zijn ogenblikkelijke hand- en armbewegingen kon hij zich direct een voorstelling maken van, de door mij omschreven, twee vlinders die om elkaar heen dartelen.

Dan is er mijn derde voornemen.
Ik wil de uitwendige contouren van het oorspronkelijke blok graag overschrijden door de langste diameter, dat is de lijn dwars door het blok heen, zeg maar vanaf de ene hoek naar de diametraal tegenoverliggende hoek, op te vatten als de verticaal van mijn nieuwe beeld.
Pas als de finale, uiteindelijke en definitieve vorm in deze as volkomen loodrecht op de horizontaal van het onderblok volkomen in haar eigen evenwicht staat weet ik zeker hoe een pen en gatverbinding in het beeld zelf en in het onderblok moet worden ingeboord en bevestigd.

En tenslotte ben ik een fervent aanhanger van de 'gulden snede'.
Iedere vorm kent een omgeschreven zowel als een ingeschreven bol en laat zich volgens de trigonometrie ofwel boldriehoeksmeting het eenvoudigste beschrijven als de verhouding tussen deze inwendige en uitwendige bolvormen. Voldoet mijn beeld in tenminste de meest bepalende richtingen aan deze 'guldensnede verhoudingen', dan werk ik gaandeweg met des te meer plezier en tot in het kleinste detail aan mijn nieuwe beeld.


Vervreemding en acceptatie

Het is een feit dat ik nog nooit eerder in Bardiglio heb gewerkt.
Ik heb inmiddels al in een heleboel soorten steen uit een heleboel landen gehakt, maar vrijwel alle steensoorten blijken steeds opnieuw volkomen verschillend van elkaar! Kortom: in steen weet ik nu werkelijk nooit, laat staan van te voren, waar ik in deze steen nu weer aan toe ben en waar deze steen me eventueel toe kan brengen! Maar ditmaal wordt het naarmate ik dieper mijn weg probeer te vinden in Bardiglio alsmaar moeilijker en ingewikkelder.
Het is ronduit de donkerste en tevens hardste steen waar ik ooit in heb gewerkt en het duurt heel lang voordat ik snap hoe deze steensoort nu weer in elkaar zit. Bardiglio zit in alle richtingen door de steen heen op de meest onverwachte manieren vol met koolstofstraten, dat zijn dunne, zigzaggende lagen van louter carbon, waarop zelfs mijn widiabeitel af en toe vonken slaat! En op de meest onverwachte plekken tref ik witte kalkinsluitingen in de steen aan, waarvan een heel brede band het blok diagonaal in tweeën deelt.

Verwerkelijking en verwondering versus mijn voorstelling

Ik begin met dagelijks mijn daadwerkelijk gewerkte uren op de witbestofte middenkolom in mijn atelier te noteren. Maar na drie maanden en drie weken geloof ik het wel: ik werk gemiddeld 25 uur per week en vijf maanden lang loop ik de rest van alle dagen eromheen te staren.
En al die tijd realiseer ik me maar een ding: wat ik voor me zie, namelijk de aanraking tussen twee vlinders in de vrije ruimte, ziet er voor mijn geestesoog zo wonderschoon uit dat ik nu al weet dat ik zoiets zelfs niet bij benadering kan uitbeelden! Ik heb me in de ontwikkeling van de vorm aanvankelijk zoveel mogelijk laten leiden door mijn voorstelling van de aanraking tussen twee vlinders in de vrije ruimte!
Maar vele maanden achtereen keek ik naar vlinders en ik ontdekte dat zij elkaar in vrije vlucht helemaal nooit of te nimmer fysiek raken! Samenzijn en eventueel paren, dat doen vlinders vrijwel onzichtbaar tussen de bloemen en altijd bij het vallen van de avond. Pas dan zitten zij doodstil tegen elkaar aan en het duurt heel lang voordat zij weer uiteen dwarrelen om ieder huns weegs te gaan.


Oplossing en artistieke conclusie

Hoe los ik dit vormprobleem op? En na heel veel staren en vijven en zessen maak ik tenslotte een aantal allesbepalende vormkeuzen.
Ten eerste: de ene vlinder draagt de ander.
Ten tweede: de dragende vlinder staat op een vleugeltip.
Ten derde: de assen van beide vlinders zijn ten opzichte van elkaar geroteerd (rotatie= hoekverdraaiing).
Ten vierde: het raakvlak dat beide vlinders verbindt moet groot genoeg zijn om de afschuifkracht tussen beide vormdelen te weerstaan.
En ten vijfde: hoe scherp durf ik nu weer in te steken?

Vrijheid in gebondenheid (nawoord)

In het begin ben ik altijd overmoedig en baldadig!
Laat mij los op een stuk steen en ik durf als ik het spul eenmaal een beetje ken al gauw van alles en nog wat! In het begin ben ik opdrachtgever, architect, aannemer en uitvoerder tegelijk en ik kan nu eindelijk weer eens helemaal zelf bedenken en ontwerpen en uitvoeren wat ik maar wil.
Maar tenslotte is er ook altijd weer de wending, chute ofwel pivot in mijn stenen gedicht. Want in de slotfase van ieder beeld kom ik altijd weer mijn allereerste aanvangsperikelen tegen en mag ik, hoeveel moeite me dat soms ook kost, niet schromen om mijn al te flamboyante allereerste aanzetten achteraf alsnog ondergeschikt te maken aan een vormtaal die zich, geleidelijk aan, door het gehele beeld is gaan ontwikkelen.

Ook steenhouwen is heel vaak 'schrijven en schrappen'.
En ook al is het een kwartier voor sluitingstijd en denk ik de belangrijkste opties onderhand wel te hebben benut, toch moet ik tot op het allerlaatste moment doen waar het beeld vanuit zichzelf om vraagt.

Mark Rietmeijer

Het creatieve proces van het beeld de Vlinders is in zijn totaliteit gefotografeerd.
Deze foto's zijn geplaatst in Flickr en kunt u via deze link bekijken. Veel plezier!


Mark Rietmeijer: beeldhouwer, steenhouwer en filosoof, kunstgeschiedenis
Mark Rietmeijer
Slijkeinde 56
2513 VD Den Haag
T:
06-49873715
The Netherlands

Email
Sitemap